Vergelijking garens voor frivolité

 Garens vergelijken voor frivolité.

Disclaimer:

Dit artikel bevat mijn mening over garens en is niet gestoeld op enige wetenschap. Ik ben niet door welke fabrikant dan ook gesponsord. Opvolgen van adviezen is geheel op eigen risico. 


Welk garen moet ik aanschaffen voor frivolité, is een vraag die geregeld voorbij komt. Het antwoord is dat er geen eenduidig antwoord is. Welk garen gebruikt wordt is sterk afhankelijk van persoonlijke voorkeur en van het gewenste gebruik van het werkstuk. Met dit artikel zal ik proberen verschillen in garens duidelijk te maken en zo veel mogelijk de voor- en nadelen van verschillende soorten garens uit te leggen. 


Allereerst een uitleg over hoe garens gemaakt worden. 

Garens bestaan uit vezels van plantaardige, dierlijke of (half)synthetische oorsprong. Deze vezels worden in de lengte langs elkaar gelegd en om elkaar heen gedraaid. Dit heet spinnen, of twisten. De draden die zo ontstaan worden vaak ook weer om elkaar heen gedraaid, dat heet twijnen. 

Als het twisten linksom gebeurt, wordt het twijnen rechtsom gedaan, en anders om. Dus een enkele draad is alleen getwist en een meervoudige draad is getwijnd. 


Hoe stevig een garen is, is afhankelijk van  hoe lang de vezels zijn, hoe sterk de twisting of twijning is, en hoeveel draden er samen getwijnd zijn. 


De dikte van het garen wordt aangegeven met een nummer. Er zijn twee manieren om deze nummering te verkrijgen. Er is een gewichts nummering, waarbij de lengte vast staat. Deze lengte wordt gewogen, wat een nummer geeft.  Hoe hoger het nummer, hoe dikker het garen. 

De nummering waar frivolité-ers mee te maken hebben is de lengte nummering. Er wordt een vast gewicht genomen, en er wordt gemeten hoe lang de draad is die in dat gewicht gaat. Hoe hoger het nummer, hoe dunner het garen. 

Vaak wordt achter het nummer na een schuine streep nog een getal gegeven. Dat geeft dan aan hoeveel draden er voor de twijning gebruikt zijn. Bijvoorbeeld 20/3, is een garen in de maat 20, met drie draden getwijnd. 

Eén en ander is ook weer afhankelijk van hoe sterk getwist en getwijnd is, dus het kan voorkomen dat garens met hetzelfde nummer toch een iets ander resultaat geven. 

Persoonlijk vind ik dat een nummering die gebaseerd is op het aantal wikkelingen per inch (of cm) een betrouwbaardere, meer consistente waarde geeft, en een betere vergelijkingswaarde.

Voor frivolité hebben sterke, gladde garens de voorkeur. De dubbele knopen moeten goed over de kerndraad kunnen schuiven zodat ringen zonder moeite kunnen worden gesloten. Daarom zullen sommige garens minder geschikt zijn. 

Ik beperk me voor deze bespreking tot garens die in Nederland gemakkelijk te koop zijn. De meeste van deze garens zijn katoen. 


Met de DMC garens ben ik begonnen met frivolité. Het was 40 jaar geleden redelijk goed verkrijgbaar een is eigenlijk altijd mijn favoriet geweest. Toen kwam er een tijd dat ik moeite had om het garen te vinden en heb ik alternatieven gezocht. Tegenwoordig is met Babylo en Cebelia weer in mijn behoefte voorzien. 


We beginnen met perlégaren. DMC maakt dit garen in diktes variërend van 3 (15 m streng), 

5 (5 g, 25 m streng), 

8 (10 g bolletjes, 80 m, of 25 g, 200m streng) en 

12(10 g, 120 m, bolletjes of 25 g, 300m, streng) in veel verschillende kleuren met een mooie glans. Het zijn twee-draads zacht getwijnde garens die goed glad zijn. 


Ook andere merken maken perlégaren, zoals bijvoorbeeld Wonderfill Eleganza (klossen van 65 m) of Ariadne, die eigenlijk allemaal tweedraads getwijnd zijn. 

Een werkstuk van perlégaren zal een beetje slap zijn en picots zullen bij het blocken stuk voor stuk opgespeld moeten worden. Het is naar mijn mening echter een prima garen om mee te beginnen, omdat het zo glad is dat fouten gemakkelijker kunnen worden uitgehaald. Een nadeel is dat de draad bij het uithalen gemakkelijker kan splijten en dan breekt. Voorzichtig uithalen dus. 


Katoenen haakgarens zijn onder veel verschillende namen verkrijgbaar.

DMC heeft Cordonnet Spécial, bolletjes van 20 g, in de maten 10 (115 m), 20 (160 m), 30 (190 m), 40 (230 m), 50 (265 m), 60 (300 m), 70 (330m), 80 (365 m) en 100 (435 m), in de kleuren wit en ecru.


Ook van DMC is Cebelia met bolletjes van 50 g in maat 10  (260m), 20 (380 m), 30 (520 m) en 40 (645 m) in wit en ecru. Ik denk dat Cebelia en Cordonnet speciál hetzelfde zijn, op bolletjes met verschillend gewicht. \


Ook van DMC zijn Speciál dentelle, (5g, 90m) in de maat 80, in veel verschillende kleuren en Babylo, in maat 20 of 30, ook in verschillende kleuren. Dit zijn alle drie draads garens. De kleurnummers komen overeen met die van de borduurgarens van DMC. 

DMC maakt trouwens garens in twee kleuren wit. Er is het 'gewone' warm wit (blanc), en de kleur B5200, die iets koeler overkomt. 



Babylo is iets minder hard getwijnd dan de andere DMC garens, hierdoor voelt het wat zachter. 

Het zijn prettige garens om me te werken, ze geven een stevig resultaat.














Scheepjes heeft Maxi (100g, 560m) Maxi Sweet treat (25 g, 140 m) en Maxi Sugar rush (50 g, 280m). Het zijn alledrie dezelfde garens die in meer dan 80 kleuren verkrijgbaar zijn. Alleen Maxi heeft minder kleuren. Dit is een prima driedraads garen met een zachte glans. Het resultaat is stevig, maar moet wel worden geblockt. 


Een prettig garen in mee te werken is Franks. Dit is een drie draads garen wat stevig getwijnd is, en ook in veel kleuren verkrijgbaar in maten 20/3 en 30/3.  Het is verkrijgbaar op klossen van 200 meter. Het is harder getwijnd dan perlégaren, maar niet zo hard als Lizbeth. Een werkstuk met dit garen zal iets steviger zijn. Picots moeten nog steeds stuk voor stuk opgespeld worden.


Durable verkoopt garen in de maat 20/6, in veel verschillende kleuren, op bolletjes  van 20 g met een looplengte van 160 meter. Dit is een stevig getwijnd garen. De picots blijven mooi uitstaan een het werkstuk houdt mooi vorm. Dit is een prettig garen om mee te werken, al vind ik persoonlijk de bolletjes wat klein. 

Op grote bollen is van Durable het haakkatoen in nummer 10/4  verkrijgbaar. Het garen heeft een mooie glans en werkt prettig. 



In Nederland is ook het Amerikaanse Lizbeth garen te koop. Het garen  is verkrijgbaar in de maten 3/6,(50 g 112m) 10/6 (25 g 112m), 20/6 (25g, 192m) ,40/6 (25 g, 275 m) en 80/3 (10 g, 168m), in heel veel solide en verloopkleuren. Ieder seizoen komen er nieuwe kleuren. Omdat dit garen uit Amerika geïmporteerd moet worden is het wel wat duurder dan Europese merken. 


Het is erg stevig getwijnd, en het werk blijft erg goed in vorm. 

Een vaak gehoorde klacht bij vooral Lizbeth, is dat het garen zo krult tijdens het werken. Daar heb ik eigenlijk weinig last van. Dat komt denk ik omdat de bolletjes van Lizbeth zo gemaakt zijn, dat ze vanuit het midden naar buiten toe gebruikt moeten worden, wat ik eigenlijk bij elk garen altijd doe. 

Ik haal het bolletje uit het zakje. Vaak is het draadeindje al te zien. Dit haal ik naar buiten. Dan druk ik de kartonnen kern in en haal die voorzichtig uit het bolletje, doe het bolletje weer in het zakje en vervolgens het draadeindje door het gaatje wat in het zakje zit. 

Soms tijdens het werken komt de draad een beetje vast te zitten. Vooral niet gaan trekken, maar voorzichtig een beetje manoeuvreren, dan komt het wel goed. 


Sowieso, als er een knoop in het garen komt, nooit eraan trekken, dan komt die alleen maar vaster te zitten. 

Een heel fijn garen om mee te werken is het Turkse Altin Başak. Zij maken polyester en katoenen garens in veel verschillende solide en verloopkleuren. 

Het kan wat moeilijk verkrijgbaar zijn maar is zeker te vinden. Het katoen heeft van de fabrikant het nummer 50 gekregen, maar komt ongeveer uit tussen de maten 20 of 30 en is 6-draads (20 g, 300m).  Met het polyester garen heb ik geen ervaring, maar de katoen werkt erg prettig. 








Andere dan katoenen garens om mee te werken zijn bijvoorbeeld zijden doorstikgaren. Ik heb oude klosjes gekregen van een buurvrouw die naaister was, maar  Gütermann verkoopt deze garens nog steeds in verschillende kleuren op klosjes van 30 meter. De maat komt ongeveer overeen met nummer 20 of 30.

Ook het zijden naaigaren van Gütermann is geschikt, maar erg dun (100). Een werkstuk in zijde heeft een mooie glans, maar heeft moeite om de vorm te houden. 




Een niet-katoenen garen waar ik ervaring mee heb is polyester doorstikgaren. Het is prettig garen om mee te werken, in vele kleuren verkrijgbaar en goedkoop.  Het werkstuk behoudt zijn vorm en de picots blijven mooi uitstaan. De maat komt ongeveer overeen met 30/3.





Wonderfill Razzle is een rayon garen met een hoge glans. Het is erg zacht en heeft moeite om de vorm van de dubbele knopen vast te houden. Er zal met veel aandacht gewerkt moeten worden om te voorkomen dat het werk onregelmatig wordt. Het werk blijft slap, tenzij erg strak geknoopt wordt, wat met dit garen moeilijk is. Het heeft de neiging terug te springen. 

Hoewel het mooi glanst is het voor frivolité zeker niet mijn favoriet. 



Comclusie: er is niet een eenduidig antwoord te geven op de vraag welk garen het beste is.. Beginners, vooral als er met spoeltjes gewerkt wordt, kunnen het beste beginnen met wat dikkere katoen, nummer 10, of zelfs 5. Met twee kleuren kan het beste gezien worden wat er gebeurt als de steken gevormd worden.



In de tabel heb ik een en ander nog even op een rijtje gezet.




Reacties

Populaire posts van deze blog